Gevangen in de vicieuze cirkel
Als kind was ik altijd al met eten bezig. Ik at altijd veel snoep en ging regelmatig na schooltijd naar de snackbar. Het geld wat ik daarvoor nodig had, jatte ik uit de portemonnee van mijn ouders.
Ik ben altijd vrij mollig geweest, erg onzeker en op mijn hoede. Ik was bang dat ik anders was en er niet bij hoorde. Op de middelbare school moest mijn moeder een keer op school komen omdat ik raar gedrag vertoonde met eten tijdens de kooklessen. Ik at niet alleen mijn eigen bordje leeg, maar schoof daarna aan bij mijn medeleerlingen om hun restjes op te eten. Zo at ik soms de hele dag door.
In die tijd ging ik jongens leuk vinden. Vriendinnen hadden al eens een vriendje gehad, ik niet. Dus bedacht ik dat dat zou komen doordat ik te zwaar was. Zo begon ik met lijnen. Na een aantal kilo kwijt te zijn geraakt, kreeg ik inderdaad een vriendje. Tijdens het lijnen mocht ik niets lekkers, waardoor ik vaak op zaterdagavond, na een avondje uit, op het keldertrapje eindigde om me vol te proppen, waarna ik me de rest van de week weer keurig aan het dieet hield.
De eetobsessie begon al gauw heftige vormen aan te nemen. De dagen dat ik lijnde at ik praktisch niks meer. Dan was ik trots op mezelf, weer een dag gelukt! Maar aan de andere kant haatte ik mezelf en mijn lichaam, als ik weer iets gegeten had wat ik eigenlijk niet mocht eten van mezelf.
De momenten dat ik wilde eten waren er steeds vaker. En toen stak ik op een dag mijn vinger in mijn keel. Na enkele weken begon ik met laxeren en binnen een paar maanden was ik al zo obsessief met eten en mijn lichaam, dat er op eigen wilskracht geen weg meer terug was. Vele pogingen deze cirkel te doorbreken mislukten; ik was ten einde raad! Ik dacht aan zelfmoord want ik was regelmatig depressief, afgewisseld met overdreven opgewekte momenten. Heel vaak heb ik tegen mezelf gezegd: morgen stop ik ermee, ik wil het niet meer! Maar natuurlijk wilde ik er ook weer niet mee stoppen, want ik moest het eten onder controle houden. Anders zou ik weer dikker worden en dat nooit!
Nadat ik uiteindelijk bij OA kwam gingen er nog jaren voorbij waarin ik, achteraf gezien, op eigen wilskracht heb geprobeerd om het eten onder controle te houden. De vele goedbedoelde eetplannen die ik volgde, spatten uiteindelijk toch uiteen. Als gevolg daarvan viel ik dan weer terug in het eten, kotsen en laxeren. Een vicieuze cirkel waar ik dan zo’n paar weken in kon blijven hangen en met veel pijn en verdriet weer uitkrabbelde, om het vervolgens nog eens te proberen.
Ik had het gevoel dat ik elke keer weer faalde, waar anderen herstel kregen. Wat deed ik fout? Waar schoot ik tekort? Dat oordeel over mezelf, dat ik het niet kon (terwijl ik machteloos was), bracht mij tot een dieptepunt in mijn eetziekte. Ben ik een hopeloos geval? Is er een manier van eten die werkt voor mij? Met de slogans ‘laat los en heb vertrouwen’ en ‘kom steeds terug, het werkt!’ kwam ik na zo’n vijf jaar iemand tegen, binnen het programma, die mij heeft laten zien en geleerd om dát te doen, waar ik zo bang voor was. Mijn lichaam en het voedsel over te geven aan God en de controle los te laten.
Weken van angst volgden, angst om dikker te worden. Want ondanks dat ik niet meer overgeef of laxeer, eet ik soms toch meer dan ik eigenlijk zou willen. Maar nu kan ik inzien dat ik het moet loslaten; het is niet meer aan mij! Ik ben er machteloos over. Ik ben wel zwaarder geworden, maar ook dat accepteer ik steeds meer. Het verandert niets aan wie ik ben. Bevrijd zijn van de obsessie met voedsel is belangrijker geworden dan het slank zijn.
Bedankt OA-ers voor het terugkomen! Alleen had ik het niet gered!